Apotheek Fokkesteeg

Uw apotheek in Nieuwegein! Persoonlijk, betrokken en deskundig!

Apotheek Fokkesteeg is gevestigd op de Zoutkamperschans 2 te Nieuwegein. Er is een nauwe samenwerking met de huisartsen en andere disciplines van gezondheidscentrum de Schans. Daarnaast wordt er op inhoudelijk en logistiek vlak nauw samengewerkt met apotheek Vreeswijk. Wij bieden u graag persoonlijke aandacht om u optimaal te ondersteunen bij het gebruik van geneesmiddelen.
Op onze website en app kunt u eenvoudig 24 uur per dag een herhaalrecept aanvragen. Daarnaast vindt u een uitgebreid aanbod aan informatie over geneesmiddelen, gezondheid en zelfzorg. Ook kunt u bij ons terecht via telefoon, mail of persoonlijk contact in de apotheek.

Zoutkamperschans 2,   3432TZ Nieuwegein
Tel:  (030) 606 33 99  /   Email: info@apotheekfokkesteeg.nl

Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

idarubicine

Idarubicine is een kankerremmende stof (cytostaticum). Het remt de groei van kankercellen.

Artsen schrijven het voor als chemotherapie (chemokuur) bij bepaalde vormen van leukemie (een vorm van kanker in het bloed).

Wat doet idarubicine en waarbij gebruik ik het?

Kanker

Kanker is een term voor meer dan honderd verschillende ziektes, waarbij lichaamscellen zich ongeremd vermenigvuldigen. Hierdoor ontstaan gezwellen (tumoren) of problemen in bloed en lymfebanen. Het is een ernstige ziekte die dodelijk kan zijn als het niet wordt behandeld.

Door nieuw onderzoek is behandeling voor veel soorten kanker mogelijk.

Artsen schrijven idarubicine voor bij verschillende vormen van leukemie. Deze verschillen van elkaar in welk type bloedcellen er veel te snel gaan delen. Het beenmerg bevat dan veel onrijpe cellen, die de aanmaak van gezonde bloedcellen verstoren. De vormen van leukemie waarbij idarubicine wordt gebruikt, zijn:

  • Acute myeloïde leukemie (AML).
  • Acute lymfatische leukemie (ALL).
  • Acute promyelocytenleukemie (APL)

Oorzaak
In elke cel zit DNA. In het DNA staan de eigenschappen van ons lichaam, zoals de bloedgroep en de kleur van de ogen. Door het DNA weten cellen wat ze moeten doen, bijvoorbeeld ook hoe snel ze zich moeten delen. Bij een celdeling ontstaan uit 2 dochtercellen uit 1 cel, met precies hetzelfde DNA als de moedercel. Als het stukje DNA dat de celdeling bestuurt beschadigd raakt, kan de cel zich sneller gaan delen. De dochtercellen van elke cel hebben dezelfde beschadiging in het DNA. Daardoor gaan ook deze cellen zich ongeremd delen. Zo ontstaat kanker.

Hoe het DNA raakt beschadigd weten we vaak niet. Het kan komen door chemische stoffen als teer in tabaksrook. Of door asbest, alcohol, te veel of te vet voedsel en straling. De beschadiging of aanleg kan ook erfelijk zijn.

Verschijnselen
Kanker is een veelzijdige ziekte. Elke kankersoort veroorzaakt weer andere klachten. In het begin zijn er vaak helemaal geen klachten. Pas als een kankergezwel tegen zenuwen aandrukt, voelt u pijn. Sommige klachten komen voor bij alle kankersoorten. Zoals erge moeheid, minder eetlust en erg mager worden (bijvoorbeeld meer dan 3 kilo per maand afvallen). Andere klachten zijn uniek per soort kanker.

Bij acute lymfatische leukemie (ALL) acute myeloïde leukemie (AML) en acute promyelocytenleukemie (APL) krijgt u in korte tijd last van erge moeheid, bloedingen (bloedneuzen, tandvleesbloedingen, blauwe plekken), gezwollen lymfeklieren (in hals, oksels en liezen) en meer infecties. Bij APL heeft u vaak nog meer last van bloedingen omdat de bloedstolling slechter wordt.

Behandeling
De behandeling hangt af van het soort kanker, het stadium van de ziekte en de situatie van de patiënt. Operatie, chemotherapie en bestraling zijn de meest voorkomende behandelingsmethoden.

Artsen schrijven idarubicine voor:

  • Bij AML aan het begin van de behandeling of als de leukemie terugkomt. Idarubicine kan worden gecombineerd met andere middelen in een chemokuur.
  • Bij ALL als een eerdere behandeling niet goed (genoeg) werkt.
  • Bij APL samen met tretinoïne.

Werking
Idarubicine bindt zich aan het DNA in de cellen. De cellen kunnen zich hierdoor niet meer delen. De kanker wordt zo tot staan gebracht.

Lees meer over kanker . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Bijwerkingen in het bloed, zoals bloedarmoede, meer kans op infecties en meer kans op bloedingen.

    Neem contact op met uw arts bij de volgende verschijnselen: erge moeheid, onverklaarbare koorts of keelpijn, onverklaarbare blauwe plekken of bloedneuzen, blaasjes in de mond of keel, verkoudheid, griep, steenpuisten of andere huidinfecties. Soms is het nodig de dosering te verlagen. Uw arts zal uw bloed regelmatig controleren. Het bloed herstelt zich weer als de kuur is afgelopen.

  • Maagdarmklachten, zoals weinig eetlust, misselijk zijn, overgeven, buikpijn en diarree. Zeer zelden maagzweren.

    Heeft u veel last van deze bijwerkingen? Raadpleeg dan uw arts.

  • Ontstekingen in de mond of slokdarm

  • Haaruitval en kaalheid.

    Niet alleen van hoofdhaar, maar ook van wenkbrauwen, wimpers, oksel- en schaamhaar. Na de behandeling zal het haar na ongeveer 1 maand weer gaan groeien.

  • Rode kleur van uw plas. Dit is niet erg en gebeurt 1 tot 2 dagen nadat u dit medicijn heeft gekregen.

  • Griepachtige klachten, zoals koorts, hoofdpijn en koude rillingen.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Beschadiging van het hart en hartklachten, zoals een langzame hartslag, ernstige hartritmestoornis en hartfalen. Zeer zelden hartaanval. Raadpleeg uw arts als u last krijgt van hartklachten.

    Dit kan plotseling ontstaan binnen enkele dagen na het infuus, of pas na maanden tot jaren, zelfs nadat de behandeling is gestopt. Uw arts zal de werking van uw hart regelmatig controleren.
    Heeft u een probleem met uw hart? Bespreek dit met uw arts.

  • Huiduitslag, jeuk. Zeer zelden galbulten en huidontsteking.

    Ook kan huidgebied dat bestraald is ernstig beschadigd raken, waardoor meer huidontsteking ontstaat.
    Huidreacties kunnen komen door overgevoeligheid voor dit medicijn (zie zeer zelden overgevoeligheid), maar dat hoeft niet. Raadpleeg daarom uw arts als u last krijgt van deze klachten.

  • Leverschade. Zeer zelden ernstige leverafwijkingen.

    Uw arts zal uw leverfunctie controleren. Raadpleeg uw arts als u last krijgt van erge pijn in uw bovenbuik, gele kleur van huid en oogwit, onverklaarbare blauwe plekken, erge moeheid, keelpijn met koorts en blaren in de keel of een bloedneus.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Bloedvergiftiging (sepsis)

    Bij bloedvergiftiging bent u erg ziek door een infectie. U kunt last hebben van hoge koorts, of juist een heel lage temperatuur, snel ademen, snelle hartslag, in de war zijn, suf zijn en minder kleur in uw gezicht. Dit is erg gevaarlijk. Waarschuw direct een arts.

  • Uitdroging

    Drink voldoende, vooral als u last heeft van diarree of veel moet plassen.

  • Darmontsteking en bloedingen in de maag of darmen

    Raadpleeg uw arts als u bloed ziet in uw poep of als u erge buikpijn heeft.

  • Verkleuring van de huid en nagels. 

  • Opvliegers

  • Kortademig zijn, benauwd gevoel en gezwollen benen.

    Dit kan komen door bijwerkingen op het hart. Raadpleeg uw arts als u hier last van heeft.

  • Ontsteking van de hartspier of het hartzakje.

     Krijgt u last van hartklachten of benauwdheid? Neem dan contact op met uw arts.

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. U merkt dit aan huiduitslag, galbulten, jeuk of flauwvallen. Raadpleeg dan uw arts.
    Dit ontstaat soms al enkele minuten na het begin van het infuus.

    Een ernstige overgevoeligheid is te merken aan flauwvallen of een zwelling van het gezicht, lippen, mond, tong of keel. U kunt hierbij erg benauwd worden. Waarschuw dan meteen uw arts. Uw arts zal u tijdens het infuus goed controleren.

Onbekend

  • Verminderde vruchtbaarheid bij mannen.

    Bij sommige mannen kan de vorming van zaadcellen stoppen, waardoor zij onvruchtbaar worden. Bespreek met uw arts of u zaadcellen kunt opslaan voor u met de behandeling start.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik idarubicine gebruiken met andere medicijnen?

Dit middel heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen en niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘Samenstelling’.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Vaccins. Idarubicine kan de werkzaamheid van sommige soorten vaccins verminderen en de kans op bijwerkingen door de vaccins vergroten. Overleg met uw apotheker of arts als u moet worden gevaccineerd.
  • Ciclosporine, een afweeronderdrukkend medicijn. Dit medicijn kan de bijwerkingen van idarubicine sterker maken. Indien ciclosporine toch nodig is, zal de arts de dosering van idarubicine aanpassen.
  • De antistollingsmedicijnen acenocoumarol en fenprocoumon. Idarubicine kan de werking van deze medicijnen beïnvloeden. Meld de trombosedienst als u begint met dit medicijn, als de dosering verandert en als u stopt met dit medicijn.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Het is belangrijk dat uw arts weet welke medicijnen u nog meer gebruikt. Neem daarom uw medicatieoverzicht mee als u naar het ziekenhuis gaat. Dit is een overzicht waarop staat welke medicijnen u gebruikt, maar ook of u bijvoorbeeld allergisch bent voor bepaalde medicijnen. U kunt dit overzicht bij uw eigen apotheek opvragen. Krijgt u in het ziekenhuis nieuwe medicijnen, of verandert er iets aan uw medicijngebruik? Geef dit dan ook weer door aan uw eigen apotheek. Dan blijft uw medicatieoverzicht actueel.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden?
Ja, dat kan. Dit medicijn heeft geen invloed op hoe goed u kunt autorijden.

alcohol drinken?
Alcohol irriteert de slijmvliezen van maag, darmen, mond en slokdarm. Het vergroot daardoor de kans op bijwerkingen van de maag en darmen. Drink daarom liever geen alcohol tijdens de behandeling en als u last heeft van uw maag en darmen.

alles eten?
U mag eten en drinken zoals u normaal ook doet. Sommige soorten voedsel kunt u beter niet eten als u last heeft van uw maag.

Op deze site kunt u onder ‘Klachten & ziektes’, ‘Maagklachten’ adviezen vinden voor mensen met maagklachten.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Gebruik dit medicijn NIET als u zwanger bent of wilt worden. Er is een grote kans dat dit medicijn schadelijk is voor de baby. Tijdens de behandeling en tot 6 en een halve maand daarna mag u niet zwanger worden. Bespreek met uw arts een betrouwbare anticonceptiemethode.

Borstvoeding
Geef GEEN borstvoeding als u dit medicijn gebruikt. Het is niet bekend of dit medicijn in de moedermelk komt en of dit schadelijk is voor de baby. U mag daarom geen borstvoeding geven terwijl u dit medicijn gebruikt en tot 2 weken na de laatste dosis.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Hoe?

U krijgt dit medicijn in het ziekenhuis als infuus in de bloedbaan.

Wanneer?

Per soort leukemie is er een ander schema. Uw arts bepaalt dit voor elke patiënt apart. Vaak krijgt u dit medicijn een aantal dagen achter elkaar in een chemokuur.

Hoelang?

Het infuus duurt 5 tot 10 minuten. Hoeveel kuren u krijgt ligt aan hoe goed u reageert op de behandeling.

Wat te doen met urine, ontlasting, bloed, wondvocht of braaksel?
Voor uw directe omgeving, zoals huisgenoten, is het verstandig contact te vermijden met uw lichaamsvloeistoffen. Dit betekent niet dat aanraken of zoenen verboden is. Het gaat er alleen om niet in aanraking te komen met urine, ontlasting, bloed, wondvocht of braaksel, omdat het geneesmiddel hierin zit. De volgende maatregelen zijn daarbij nodig.

 

Neem tijdens de behandeling en tot 6 dagen na het laatste infuus de volgende maatregelen.

  • Was uw handen na elk toiletbezoek. Mannen kunnen het best zittend plassen, om spatten te voorkomen.
  • Spoel na gebruik van het toilet 2 keer achter elkaar door, met het wc-deksel dicht. Zo voorkomt u spatten. Maak het toilet elke dag schoon.
  • Komt u in contact met lichaamsvloeistoffen, bijvoorbeeld bij schoonmaken? Gebruik dan wegwerphandschoenen.
  • Zit er urine, ontlasting, bloed of braaksel op uw kleding of beddengoed? Doe ze dan meteen in de wasmachine. Was ze niet samen met ander wasgoed. Kunt u ze niet meteen wassen? Bewaar ze dan in een afgesloten plastic zak.
  • U kunt resten van urine, ontlasting en braaksel opruimen met een wegwerpmatje of keukenpapier. Gooi ze daarna weg in een dubbele afvalzak. Maak de plek daarna eventueel schoon met een sopje. Spoel het sopje door het toilet.
  • Bloed en wondvocht kunnen resten van het medicijn bevatten. Doe daarom verband, gaasjes en ander wegwerpmateriaal in een dubbele afvalzak.
  • Ook sperma en vaginale uitscheiding kunnen resten van dit medicijn bevatten. Gebruik een condoom en/of een beflapje. Deze kunt u weggooien in een dubbele afvalzak.
  • Wilt u meer weten? Bekijk dan de adviezen op kanker.nl.